Maïté Van Bael
Vervlogen
De routine brengt geen rust meer. De constante wordt vreemd. Veel vragen, geen antwoorden. Nog meer vragen, nog minder antwoorden. Twijfel. Ik weet niet meer wie ik ben, wat ik wil. Ik herken mezelf niet meer in de spiegel noch het feit dat ik herinneringen heb aan een verleden. Het lijken de herinneringen te zijn van iemand anders. Een spel. Marionnetten bepaald van hoger af. Een wazig vooruitzicht en geen onmiddellijk doel.
Schreeuwen. Heel hard, vanbinnen. Frustratie, onuitgewerkt. Verborgen tranen en oorverdovende stilte. Rare gedachtenkronkeles. Een tikkende klok, zonder doel. Een einde zonder toekomst. Een doolhof vol angstaanjagende uitwegen. Een zwarte ruimte zonder uitleg. Een krioelende stille massa.
Ik loop zonder doel. Ik denk zonder gedachte. Ik doe zonder resultaat. Ik praat zonder boodschap. Ik voel zonder besef. Ik lijk verdoofd, verdoofd door het onwetende. Alle onbeantwoorde vragen maken me lam. Ik wil zoeken maar ben bang om te vinden. Ik wil het resultaat zien maar niet weten.
De massa verblindt me. De massa verkleint me. Ik ben één in een miljoen. Uniek maar hetzelfde. Onbekwaam de herhaling te doorbreken. Gevangen in een kluwen van beloften en verwachtingen. Meegezogen door een nog onbepaald doel.
Doof
de schreeuwen
die ze niet kan horen
maar het effect
kan ze wel zien
de handen die haar proberen te sussen
maar die ze gretig van zich afslaat
de mascaralijnen die over haar wangen lopen
benadrukken de pijn die haar niet verdoven kan
de krassen waar iedereen kippenvel van krijgt
benadrukken haar macht
het bonzen in haar hoofd
geeft haar het doorzettingsvermogen
de geluiden die haar niet bereiken
benadrukken haar onbegrip
het bloed onder haar nagels
doet beseffen dat ze haar moeten laten gaan
Ochtend
je lippen aan de rand
slurpend aan de koffie
lezend in de krant
je kijkt op en in mijn geheugen print ik een kopie
Verleden
jouw lieve woorden zijn verwarrend
jouw mooie glimlach doet me huiveren
jouw strelende handen verliezen hun warmte
jouw glinsterende ogen verspreiden een valse gloed
jouw vuurrode lippen verliezen hun glans
jouw lichtbruine huid voelt kil
ik verlaat je
stil, rustig
je ogen kijken vragend
maar mijn lippen weigeren te antwoorden
vergeten zal je me
zonder twijfel
Nachtmerrie
het duistere in mijn hoofd wordt te veel
iemand anders, het onbekende neemt alles over
mijn lichaam lijkt verdoofd
ik tintel helemaal
mijn voeten leiden me naar het oneindige
ik voel de helse pijn
maar iets dwingends laat me doorgaan
het bloeden aan mijn voeten lijkt niet meer te kunnen stoppen
uiteindelijk kom ik aan het einde
de helse pijn stopt
een laatste schreeuw en mijn betraande wangen
laten me herinneren wat er is gebeurd
als mijn ogen opengaan
en de zon op mijn gezicht schijnt
Eindeloos
de schaduw die over me valt
de felle schokken
het onstabiele onder me
het onzuivere voor me
het duistere achter me
de druk op me
de felle afgrond naast me
niemand aan de andere kant
de verlossende sprong
de mislukking
de brandende pijn
de helse steken
de redding die nabij is
de weg die nog af te leggen valt
Te laat
het gekerf en het gegil
in de verte
niet stil
de pijn die verdrongen moet worden
de strijd die niet te winnen valt
de machteloosheid die niet te accepteren valt
het doorzettingsvermogen dat niet helpen kan
de hulp die er niet komen zal
omdat de verdoving te snel werkte
Feit
de kras
die een litteken maakt
de schreeuw
die voor de verdoving zorgt
het gevoel
dat de leegte vult
de emotie
die de barsten lijmt
de problemen
die je niet kan weghalen
Hart
aangeraakt
betast
en
gebroken
liefde gekregen
pijn ontvangen
bloedende stilte
genezen littekens
stromende gevoelens
rode vloedgolf
Twee zielen
onstopbaar, vloeiend
niet meer te onderscheiden
één voor één rollend over haar wangen
rode, brandende ogen
uitstralende kilte
een traan, alleen, op haar blauwe lippen
de stroom van tranen verblindend en glinsterend
een baan vormen langs haar mondhoeken
uitgelopen mascaralijnen
bloed onder haar nagels, druppend op het witte tapijt
een weg zoekend, zich verder en verder verspreidend
één beeld op haar netvlies, angst
ogen vol onbegrip staren me aan
een onbeheersbaar aantal gedachten razen als gek door mijn hoofd
geluiden bereiken ons niet meer
onze harten kloppen als gek
duisternis nestelt zich rondom ons
pijn, een verdovende sluier
de tranen en haar bloed vermengen zich
de roosogende stroom bereikt me
de redding is nabij
Chaos
de druppel rolt van haar lippen
hij spat uiteen op de grond
ze merkt het niet door haar staren
ze is verdoofd door de stilte om haar heen
de scherven snijden in haar voeten
maar de pijn wordt ze niet gewaar
haar armen zijn verlamd, hun functie vergeten
haar ogen knipperen maar het beeld verandert niet
mond open, dicht
happend naar adem
woorden en zinnen zonder betekenis
grauwe kreet
dierlijk gejank
haar scherpe nagels zetten zich vast
de straaltjes bloed banen zich een weg
vermengen zich met het vuil op haar huid
ze rukt en klauwt om zich heen
struikelt en valt
verlossende schreeuw
Roes
draaiing
omwenteling
verwringing
leiding door iets onbekends
beproeving van het kunnen
breking in de nabijheid
onstopbare ontwaking
resultaat verrassend
Jij
je ademt
de lucht die je uitblaast
zo zacht
ik glimlach
onwetend ben jij
gedachten zijn stil
vergeten woorden
hangen in de lucht
mijn blik
zwevend
zoekend
verdwalend
ogen
sluitend
Pijn
lege blik
starende ogen
bewegende mond
onbegrijpbaar
traag kloppend hart
oorverdovende stilte
onuitwisbare littekens
bloedend hart
Wirwar
rillend hart
langzaam helende littekens
opengereten wondes
orkaan van ongekende gevoelens
kronkels van angstaanjagende gedachten
vloedgolf van onuitgesproken woorden